Bloembollenteler%3A+meer+opbrengst+niet+per+se+nodig+met+precisielandbouw
Nieuws
© Han Reindsen

Bloembollenteler: meer opbrengst niet per se nodig met precisielandbouw

Minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen, bemesting en beregening met behoud van opbrengst. Iedereen zal het erover eens zijn dat dit goed is voor het milieu en de portemonnee van de teler. Afnemers vragen ook steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Met de inzet van precisielandbouwtechnieken schenkt Huetink Bloembollen Lemelerveld daar steeds meer aandacht aan.

De broers Sjaak en Henri Huetink hebben in Lemelerveld een bedrijf van ruim 300 hectare. In 2019 hebben ze zich aangemeld voor het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). 'Met de deelname aan NPPL kun je de inzet van precisielandbouwactiviteiten versnellen en ze meer diepgang geven', zegt Sjaak Huetink.

Een belangrijk doel van precisielandbouw is ook om de medewerkers goede informatie te geven. 'Een goede indeling van het perceel is nuttig voor een juiste taakomschrijving voor variabel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en bemesting', stelt Huetink. 'De opbrengst hoeft met die techniek niet per se omhoog te gaan. Een egaler product met kwaliteit kan ook meer rendement opleveren.'

Bodemdata belangrijk

De Overijsselse ondernemer was in 2014 al met zijn medewerkers bezig met precisielandbouw. Bodemdata verzamelen was toen een belangrijk onderdeel. Sinds 2016 gaat Loonbedrijf Koonstra met een Veris-scan over alle huurpercelen groter dan 3 hectare. 'In het begin kost het veel tijd om de data goed te beredeneren. Het was taaie kost, want precisietechniek is geen 'plug-and-play'. Je zet vaak kleine stapjes.'

Binnen is alles te sturen, terwijl we buiten veel externe factoren hebben

Sjaak Huetink, bloembollenteler in Lemelerveld

NPPL ging in februari 2018 officieel van start. Huetink kwam toen met de intensieve teelten niet in aanmerking voor het project. Huetink: 'In 2018 waren we al volop bezig met het zaaien van uien en het planten van lelies op basis van taakkaarten en het variabel toedienen van hulpstoffen en aaltjesbeheersende biologische stoffen. We maken gebruik van Farmworks-software om de percelen goed in te richten qua kopakkers, basislijnen, spuitpaden en taakkaarten.'

In 2019 werd binnen NPPL gekozen voor verbreding en kon Huetink wel deelnemen. Naast de kennis van Wageningen University & Research (WUR) vindt hij de inbreng van toeleveranciers, contacten met collega's en inzet van WUR-expert Johan Booij belangrijk. 'We waren sinds 2016 behoorlijk aan het pionieren met precisielandbouw.'

De benodigde taakkaarten maakt het bedrijf binnen een halve dag allemaal zelf.
De benodigde taakkaarten maakt het bedrijf binnen een halve dag allemaal zelf. © Han Reindsen

Aansluiting bij NPPL zorgt volgens Huetink voor een versnelling door het brede netwerk. 'Via NPPL komen de telers onder andere sneller in contact met toeleveranciers. Maar 2020 was een moeizamer jaar. Door het coronavirus konden we minder goed netwerken. Niet iedereen wilde de boer op. We hebben vorig jaar geen grote sprongen gemaakt.'

Nieuwe experimenten

Huetink heeft zich in 2019 bezig gehouden met beregenen op maat, optimalisatie van rijpaden, variabel spuiten van bodemherbiciden en plaatsspecifiek onkruid bestrijden via onkruiddetectie. Vorig jaar werden bij de gekozen precisietechnieken verdere stappen gezet en kwamen er enkele nieuwe experimenten bij. De benodigde taakkaarten maakt het bedrijf allemaal zelf, mede dankzij de inbreng van Booij.

Bij elk nieuw perceel legt Huetink via een rondgang met de quad eerst de perceelranden vast. Zo is eenvoudig een basislijn te gebruiken om het perceel in kaarsrechte lijnen te bewerken. Huetink optimaliseert hiermee het rijpadenpatroon en de positionering van de spuitpaden en kopakkers. Binnen NPPL was er voor Huetink geen efficiënter systeem.

De broers hebben zo'n 300 hectare die moet worden beregend. Er zijn twaalf beregeningshaspels en een deel ligt in vaste beregening. De inzet van de variabele technologie van het Duitse Raindancer levert waterbesparing op. 'Een efficiëntere waterverdeling verhoogt de kans op een hogere opbrengst en kwaliteit. En het verlaagt de kosten. De mindere onttrekking van water aan de bodem en de verbetering van de nutriëntenbenutting zorgt voor milieuwinst', legt Huetink uit.

Bodemvochtsensoren met regenmeter

Met een Veris-scan verzamelt de teler onder andere data over de variatie aan organische stof, zuurgraad en geleidbaarheid, EC-waarde, binnen de percelen. Van 90 procent van de percelen is de data bekend. 'Data wordt steeds belangrijker', stelt Huetink, die ook gebruik maakt van vijftien bodemvochtsensoren met een regenmeter. 'Ik weet daarmee waar het te droog of te nat is. En ik kan controleren of de beregeningshaspels de juiste hoeveelheid water hebben gegeven en hoe effectief de watergift in de bodem is.'


De precisieberegening levert Huetink naar schatting een besparing op van 5 tot 10 procent. 'We beregenen de laatste jaren ongeveer tien keer en we rekenen de kosten op 10 euro per millimeter per hectare. We zijn nog lang niet bij het eindpunt. Dit jaar willen we opnieuw stappen zetten. Door de klimaatverandering is goed beregenen steeds belangrijker. Te weinig water geeft de plant stress en te veel water geeft onnodig veel uitspoeling van mineralen.'

Op het bedrijf van ruim 300 hectare werken twaalf vaste medewerkers.
Op het bedrijf van ruim 300 hectare werken twaalf vaste medewerkers. © Han Reindsen

De teler gebruikt de data van de bodemscan ook om op zoek te gaan naar variabele inzet van bodemherbiciden. In uien heeft dit een middelenbesparing opgeleverd van 17 procent en in lelies 6 procent. 'In uien geeft dit een besparing van 35 tot 40 euro per hectare', vertelt Huetink. De bodemscan is ook waardevol bij de variabele inzet van natuurlijke hulp- en meststoffen bij de teelt van lelies en uien.

Bij de inzet van bodemherbiciden wil Huetink kijken of ze het komende seizoen gebruik gaan maken van een veldspuit met pulserende doppen. Zo'n systeem kan zorgen voor variatie in de boombreedte. 'Het systeem kan vervolgens per hectare extra middelbesparing opleveren en zorgen voor minder kans op groeistagnatie bij het gewas.'

Naast de bodemscan maakt Huetink bij het verzamelen van data gebruik van Greenseeker-gewassensoren, satellietgegevens en soms een drone. Het detecteren van onkruid in lelies met een drone en het plaatsspecifiek bestrijden, lukt nog niet. 'Er zijn nog bijna geen detectiealgoritmes. Daardoor is het onkruid tussen de lelies en uien moeilijk te herkennen.'

Automatische luizendetectie

Over een geautomatiseerd luizendetectiesysteem op basis van foto's van plakvallen is hij ook nog niet tevreden. Het herkennen van de gevangen luizen op de plakvallen is lastig. Huetink hoopt dat de juiste camera wordt gevonden, zodat ze in de toekomst dagelijks de luizendruk kunnen monitoren. 'Ook opbrengstmeting bij uien geeft nog niet altijd de juiste data weer.'

Vooral bij de onkruidbestrijding op percelen met aardbeiplanten hoopt Huetink dat robots en robotarmen in de nabije toekomst een rol gaan spelen. De goede herkenning van onkruiden en het uitvoeren van gewashandelingen vindt hij belangrijker dan bijvoorbeeld een autonome trekker. 'Op een wiedbed liggen vijftien mensen, gedurende ongeveer tien weken. Ik zie liever een systeem met vijftien robotarmpjes dan een trekker zonder chauffeur, maar dat is volgens mij nog lang niet praktijkklaar.'

Over vijf jaar is bij Huetink waarschijnlijk het variabel toedienen van meststoffen, gewasbeschermingsmiddel en water standaard. Dat is het plan. Die ontwikkeling is van belang, gezien de toenemende duurzaamheidseisen die afnemers aan de sierteeltproducten stellen. 'Met de inzet van precisietechnieken kunnen we de invloed van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu verminderen. En de kans wordt groter dat we bepaalde middelen behouden.'

'Ieder bedrijf moet met data bezig gaan'

Op een groot bedrijf met een intensief bouwplan en veel medewerkers is het makkelijker om precisielandbouw rendabel te maken, geeft Huetink toe. Maar volgens hem is het voor ieder bedrijf nodig om met data bezig te gaan.

'Veehouders hebben veel data uit de stal, maar hebben ook data van buiten nodig. Akkerbouwers hebben data uit de bewaarplaats en van hun geleverde producten, maar hebben ook data van de percelen nodig. Binnen zijn veel dingen te sturen, terwijl we buiten met veel externe factoren te maken hebben', besluit de teler.

Bedrijfsgegevens
Sjaak Huetink heeft samen met zijn broer Henri het bedrijf Huetink Bloembollen Lemelerveld in Overijssel. Het gaat om een ruim 300 hectare groot bedrijf met vooral de productie en verwerking van leliebollen (130 hectare). Ook eerstejaars plantuien (100 hectare) en aardbeienplanten voor de vermeerdering (30 hectare) zijn belangrijk. Daarnaast telen ze mais en andere gewassen. Elk jaar gaat het om zo’n 80 hectare nieuw huurland. Op het bedrijf zijn twaalf vaste medewerkers. Daarnaast werken er veel seizoensarbeiders.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.