Eerste+resultaten+strooiselstal+voor+biggen+zijn+veelbelovend
Nieuws
© Ruben Meijerink

Eerste resultaten strooiselstal voor biggen zijn veelbelovend

Varkenshouder Leon Tijink in het Overijsselse Almelo heeft samen met zeugenhouder Els Bruns in het Overijsselse Saasveld een strooiselstal voor gespeende biggen ontworpen. De stal is sinds 2022 in gebruik, heeft een proefstalstatus en telt zes afdelingen voor elk tweehonderd biggen. 'De resultaten uit de testfase zijn veelbelovend', zegt Tijink.

In de strooiselstal zijn de hokken 6,50 meter diep en 2,30 meter breed. De biggen liggen op 0,49 vierkante meter. De vloer ligt onder 2 procent afschot en is voor 80 procent dicht. Alleen de laatste 1,40 meter bestaat uit een rooster. De 3 meter brede centrale gang maakt het mogelijk om met een shovel de hokken in te strooien met dennenzaagsel. Tijink: 'Dat plakt niet en blijft mooi droog.'

Het hok kent duidelijke functiegebieden. Boven de roosters bevinden zich zes drinknippels die in een U-vorm zijn geplaatst. Voor in het hok staat een zesvaks voerbak en bij de voederplaats is een onderkruip te vinden. De geur van dennenzaagsel is het enige dat je ruikt in de stal. 'Alles boven de grond is relatief eenvoudig. Onder de grond luisterde het nauw', zegt de varkenshouder.

Inkomende lucht

De subfokker doelt allereerst op de grondbuizen, waarlangs de inkomende lucht via de spouw met geperforeerde damwand in de stal terechtkomt. De lucht valt op het rooster. De gecoate mestkelders onder de hokken liggen ook op 2 procent afschot. De kelders zijn 1,40 meter breed en 40 centimeter diep.

Nu we de strooiselstal op orde hebben, gaan we aan de slag met het langer houden van de staarten

Leon Tijink, varkenshouder in Almelo

Dertien keer per dag trekt een mestschuif van JOZ de vaste fractie naar een opvangput. Die put kan met een shovel worden leeggehaald. In het midden van de 1,40 brede mestput loopt een 10 centimeter brede giergoot. De ketting die daardoorheen loopt, zorgt voor de afvoer van de urine naar een gierkelder.

De officiële metingen in de proefstal begonnen in november. Onderzoekers van Wageningen University & Research meten continu de uitstoot van ammoniak en kooldioxide, de luchtvochtigheid en de temperatuur. De bestaande biggenstal met een volledig rooster is de referentie.

Lage ammoniakemissie

Uit die metingen blijkt al dat de strooiselstal een lage ammoniakemissie kent. Tijink: 'De resultaten uit de testfase zijn veelbelovend. Er is goede hoop op een ammoniakreductie van minimaal 70 procent.' Ook is de strooiselstal klimaatneutraal. Er is geen verwarming en de zonnepanelen wekken 100.000 kilowattuur elektriciteit op. Daarmee wordt vrijwel het volledig energieverbruik van het bedrijf gedekt.

De varkenshouder legt de biggen op in de strooiselstal als ze 28 dagen oud zijn. De biggen wegen dan 9 tot 10 kilo. In de stal ligt de temperatuur op 19 à 20 graden, zodat de biggen de onderkruip goed gebruiken. In de winterperiode staat de klep van de onderkruip altijd omlaag.

Door de combinatie van grondbuizen, een overdekt biggennest en strooisel is het 's winters minstens 18 graden en 's zomers hooguit 25 graden. Ook als het buiten 39 graden is. 'Door hard te ventileren, de biggen kunnen dat goed hebben, houden we het strooisel het hele jaar door goed droog', legt Tijink uit. Elke afdeling is uitgerust met een eigen ventilator.

Oplopende bouwkosten

De ondernemer bouwde de strooiselstal in een tijd dat de bouwkosten opliepen. De kosten per dierplaats raamt hij op 450 euro. Het zaagsel kost 1 euro per big en brengt extra arbeid met zich mee. 's Winters wordt drie keer per week bijgestrooid en 's zomers vier keer. Dat kost twintig minuten met twee personen. Zijn de biggen klaar, dan wordt de stal schoongeveegd, nat gereinigd en ontsmet.
De stal is uitgerust met Freshlight-lampen. Het licht lijkt op daglicht en ioniseert de stofdeeltjes uit de lucht die vervolgens neerslaan op onder meer de stalinrichting, licht Tijink toe. 'Het klopt dat in de stal veel stof ligt, maar met zaagsel stof voorkomen, lukt gewoon niet.'

De andere kosten laten zich vergelijken met die van een reguliere stal. Een kwestie van plussen en minnen, benadrukt de varkenshouder. 'In de strooiselstal hebben we bijvoorbeeld drie voerlijnen. Wegen de biggen 17 kilo, dan gaan ze al over op startvoer.'

Sociaal gedrag en welzijn

Bruns en Tijink wilden ook weten welk effect een strooiselstal heeft op het sociale gedrag en het welzijn van de biggen. Onderzoek daarnaar is samen met onderzoeksinstituut VKON in het Overijsselse Den Ham uitgevoerd. Er zijn vier rondes en zeshonderd biggen onderzocht, waarvan ongeveer de helft zich in de strooiselstal bevond en de andere helft in een reguliere roosterstal.

Alle biggen hadden de TN50-genetica en werden gedurende zes weken een keer per week gescoord op huidkrassen. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal huidkrassen in de strooiselstal de laatste drie weken laag bleef. In de reguliere stal was dat variabel over de weken heen.

Nieuwe rangordebepaling

'Als biggen uit verschillende tomen bij elkaar worden gezet, leidt dat tot een nieuwe rangordebepaling met huidkrassen tot gevolg. In de latere weken kan dit andere oorzaken hebben. Wij hebben nog geen oor- en staartbijterij gehad', zegt Tijink.

De varkenshouder is enthousiast over de strooiselstal. Hij noemt het 'een goede stal voor de toekomst'. De biggen spelen in en met het zaagsel en van een speendip is geen sprake. 'Ze groeien goed door.' Luchtwegproblemen waren er in de afgelopen twee jaar ook niet.

Tijink is subfokker en zijn Noors Landvarken-zeugen hebben lange staarten. 'Nu we de strooiselstal op orde hebben, gaan we aan de slag met het langer houden van de staarten bij de biggen. Ik ben ervan overtuigd dat dit in deze stal kan.'

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.