Precisiebemesting+steeds+vaker+noodzaak+in+mais
Nieuws
© Herman Krebbers

Precisiebemesting steeds vaker noodzaak in mais

De bemestingsnormen voor mais worden steeds scherper. Precisiebemesting kan helpen om met minder mestgift voldoende opbrengst van een perceel te halen en duurzaamheidsdoelen te halen. Mest goed doseren naar gewasbehoefte is belangrijk: niet te weinig, maar ook niet te veel.

Door mesttoedieningstechnieken te optimaliseren, kan met minder mest dezelfde of meer opbrengst van maisland worden gehaald. Marcel Betten van Loonbedrijf De Samenwerking in het Friese Elsloo werkt al tien jaar met precisiebemesting in mais. Op demovelden wordt geëxperimenteerd met verschillende bemestingstechnieken.

Bemestingstechnieken met verschillende emissiefactoren die op bouwland mogen worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld de triltandcultivator, schijvenegbemester, drijfmest in de rij en zodebemester op bouwland.

Strokeninjectie

Precisielandbouwspecialist Herman Krebbers van Delphy en Krebbers Agro Service is nauw betrokken bij de demoproef in Elsloo. Hij stelt dat strokeninjectie steeds interessanter wordt, omdat er steeds minder mest mag worden toegediend.

Met de zaaimachine met gps kun je precies boven op de mest zaaien

Herman Krebbers, precisielandbouwspecialist Delphy en Krebbers Agro Service

'Een aantal loonwerkers doet dit al. De mest en mais worden in stroken op 75 centimeter afstand van elkaar geïnjecteerd. Een zelfrijder met strokeninjecteur/zaaicombinatie is daarvoor een flexibel en snel systeem. Met een slangaanvoerbemester hoef je niet met zware machines op het land en kun je daarna met de zaaimachine met gps precies boven op de mest zaaien', zegt Krebbers.

Nutriënten optimaal benutten

'Zo komt de mest precies bij de plant terecht en kunnen de nutriënten optimaal worden benut. Er is minder mest nodig dan bij vollevelds toediening voor een gelijke opbrengst. Voorwaarde is dat de luchtige bodemstructuur in stand blijft en niet dicht wordt gereden.'

Betten is er ook van overtuigd dat preciezer bemesten resultaat oplevert. Daarvoor is meer nodig dan alleen de juiste mesttoedieningstechniek. 'Er zijn veel knoppen om aan te draaien. Wat zit er in je drijfmest, welke groenbemester gebruik je, hoe maak je die stuk en wanneer?'

Bodem activeren

Volgens de loonwerker spelen ook de juiste grondbewerking en de bodemwaarde en -structuur een belangrijke rol. 'We moeten de bodem meer voor ons aan het werk zetten en activeren om kwalitatieve opbrengsten te kunnen blijven halen.'

Eventueel kan ook eerst worden bemest en later op dezelfde plek worden gezaaid.
Eventueel kan ook eerst worden bemest en later op dezelfde plek worden gezaaid. © Herman Krebbers

Het is nog geen gemeengoed onder boeren, maar het zou goed zijn als elke maisteler een bemestingsplan zou maken waarin wordt berekend wat de optimale mestgift per perceel is.

Mestmonster

Krebbers: 'Dan kan vrij eenvoudig door in het voorjaar een mestmonster te nemen, met de bodemgehaltes van een grondmonster te kijken hoe de toestand van de grond is en het opbrengstniveau van de mais erbij te pakken. Met de advieshandleiding zijn dan de benodigde NPK-bemesting en drijfmestgift te berekenen. Doseer de drijfmest op kalibehoefte en vul dat aan met kunstmest N en P en sporenelementen.'

Voor meer precisiebemesting kun je werken met gedeelde bemesting, weet de Delphy-man. 'De eerste keer bemest je niet voor begin april, liever nog halverwege de maand, met drijfmest met 60 procent dosering. Bij het zaaien gaat er wat kunstmest op, zodat het plantje meteen mest heeft bij het kiemen. Eind juni, begin juli neemt de maisplant, die dan 50 centimeter hoog is, vooral stikstof op. Dan kun je schoffelen, onderzaaien en bijbemesten met kunstmest.'

Vinger aan de pols

Tijdens het groeiseizoen moet de vinger goed aan de pols worden houden, vervolgt Krebbbers. 'Als je 40 kuub mest op het land hebt gebracht en er komt veel neerslag, dan bestaat de kans dat er nitraat uitspoelt. In juni kun je beter inschatten of je gewas de gewenste opbrengst gaat geven. Indien nodig kun je dan bijbemesten met een snel beschikbare meststof zoals kunstmest of een snelwerkend product uit mestverwerking. Zo verbeter je de stikstofbenutting van de eigen mest', stelt Krebbers.

'Om de groei van het gewas goed in het oog te houden, kun je op het perceel zelf kijken, maar ook satellietbeelden geven een goed beeld of het gewas egaal groeit en of er verschillen zijn met voorgaande jaren. Daar zijn apps voor, zoals onesoilscouting. Informatie, zoals een zandkop, neem je mee in je bemestingsplan.'

Emissie terugdringen

In het project 'Grondig boeren met mais' wordt ook gekeken naar de voordelen van preciezer bemesten. In Limburg en Noord-Brabant zijn onderzoekers hier op satellietbedrijven mee aan de slag gegaan. Projectcoördinator Brigitte Kroonen, onderzoeker op WUR-locatie Vredepeel, laat weten dat het terugdringen van emissie belangrijk onderdeel is van het project.

'Mais laat bij een te groot stikstofaanbod een deel hiervan achter in de bodem. Dit kan door uitspoeling verloren gaan. Het is dus extra belangrijk dat via een goed bemestingsplan de aangeboden stikstof is afgestemd op de behoefte van de mais en datgene wat uit de bodem beschikbaar komt. Een vanggewas zorgt dat de overgebleven stikstof wordt opgevangen, zodat dit een volgend jaar kan worden benut', zegt Kroonen.

Er is al veel kennis over deze materie, maar telers pakken het nog niet op. 'Het zou mooi zijn als zij zich zouden afvragen of preciezer bemesten iets voor hen zou zijn. Daarbij kunnen ze maatregelen kiezen die bij hun bedrijf passen', zegt de projectcoördinator. 'Uit de resultaten blijkt dat het kan: minder bemesten zonder opbrengstverlies.'

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.